zondag 20 januari 2019

The leap

At that hour,
in the deepest of the night,
i knew what i wanted,
i knew what i needed to do,
I needed to jump,
Close my eyes,
Take a deep breath and take the leap.
My jump would be the greatest i would ever make,
But i don’t think i’ll forgive myself if i didn’t do it,
Because i know it would all be worth it.
And now, at this hour, 
In bright daylight,
I hold your hand,
My dearest.

donderdag 8 januari 2015

Zij

Hoopje naast hoopje,
Liggen de lichamen van hen die niet zijn verbrand.
Oven naast oven,
Liggen zij die tot as zijn vergaan.
Bed naast bed,
Lagen zij naast elkaar,
In de hoop dat dit alles weg zou gaan.
In een lange rij op een weg,
Werden zij vermoord.

Smekend dat dit alles een nachtmerrie was.

dinsdag 18 november 2014

In Flanders Fields

In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.

Vruchtbare grond

Daar zit je dan,
In een kuil in de grond,
Wachtend tot de hel over is,
Wachtend tot de aarde je terug neemt,
Hopend dat het terugnemen pas later gebeurd,
Maar nu al neemt de aarde mensen terug,
Het bloed trekt als water de grond in,
En de aarde is verzadigd.
Daar lig je dan,
Je laatste adem blaas je uit,
je lichaam vol met gaten,
Je bent klaar,
De aarde verwelkomt je,
En jij verwelkomt de aarde,
Straks zullen jullie weer een zijn. 

woensdag 5 juni 2013

Zoute Tranen

Zoute tranen rollen over mijn wangen.
Vallend op weg naar de oneindigheid,
Vallend naar de zoute wateren,
Hopend op verlos,
Hopend op betere tijden,
Waar het beter is,
Waar het beter zal zijn,
Die zoute tranen rollen, vallen, kruipen, rennen, lopen en strompelen over mijn wangen,
Weg van de pijn.

zondag 7 oktober 2012

The scars never fade.

Angstig keek ze voor zich uit naar de jongen die tegen haar had gesproken. De jongen kwam haar vaag bekend voor, maar ze wist niet waarvan. Ze had een vermoeden maar die kon niet kloppen. Zijn gezicht was veranderd en in zijn ogen stond een verdrietige blik die vroeger zo speels was. Ze kon nog steeds geen woord uitbrengen en haalde daarom haar schouders maar op. De jongen wachtte niet meer op haar antwoord, pakte haar bij haar armen en stroopte haar mouwen omhoog. Hij schrok toen hij de littekens zag. Ze keek naar beneden en tranen gingen geluidloos over haar wangen heen. De jongen liet haar arm los en omhelsde haar. Zonder dat ze het merkte pakte hij het mesje uit haar jas. Ze duwde hem weg. Ze wilde niet dat hij het wist. Als haar vermoeden klopte, was deze jongen de reden van haar verdriet. Ze liep weg uit het park, weg van hem. Hij begon achter haar aan te lopen, haar naam te roepen. Zij bleef maar doorlopen, mensen ontwijkend. De voorbijgangers keken vreemd naar haar, heel haar make-up was uitgelopen door haar tranen. Hij liep harder en begon naast haar te lopen. Hij wilde het uitleggen maar zij kon het niet aanhoren. Hij had haar hart gebroken, had haar vernederd en haar vrienden van haar afgenomen. Ze zou nog liever sterven dan zijn excuses te accepteren. Hij greep haar bij haar linkerarm en stopte. De tranen liepen over zijn wangen. Hij bekende dingen die zij allang wist via haar vrienden en familie. Ze zuchtte, hoelang zou deze vertoning nog duren. Ze rukte haar arm los en begon te rennen. Het maakte haar niet uit waar ze heen rende, zolang het maar ver weg van hem was. Hij riep haar na maar zij reageerde niet. In de verte hoorde ze een bekend geluid. Ze besloot daar naar toe te gaan. Via diverse zijstraatjes bereikte ze haar doel. Ze ging liever dood dan dit nog langer te laten duren. De hefbomen gingen dicht en ze kon zien dat de trein er aan kwam. Ze schrok toen ze achter haar geluid hoorde. Hij riep haar naam weer. Ze besloot het op een eindsprint te wagen en rende naar de rails toe. Hij had het gezien en rende haar achterna. Hij stond mee op de rails toen de trein steeds dichterbij kwam. Zijn mond vormde een geluidloze ‘Het spijt me.’ en een traan liep over zijn wangen net voordat de trein de jongen en het meisje raakte.

Runaway.

I close my eyes and shout your name. You don’t seem to hear me, walking further unknowing. The road continues, step by step you tear my heart. Rain begins to fall, the wind grows stronger. One by one, my black colored tears fall down, to be washed away with the rain. Inch for inch you walk away from me, to be within a hour miles away from me. In a moment of panic, I still cry, a desperate scream makes you stop. One second you seem to doubt, a broken look is on your face. A moment I want to run to you, knowingly say that everything’s going to be allright, but I can’t. Slowly I lose my image of reality, forgetting the details of your face. I’ll be missing you, will you miss me too?