dinsdag 28 september 2010

Obsessie

Proloog


Langzaam om niet op te vallen loopt hij over straat. Zijn passen zijn traag en zwaar in de plassen. Zijn haren zijn doorweekt en hangen met slierten voor zijn gezicht. Hij voelt zijn handen in zijn zakken trillen. De regenjas die hij aan heeft is zwaar. Zijn hele lichaam schokt nog van wat hij had gedaan. De beelden flitsen voor zijn ogen. Met een enkele klap was het gebeurt. Met een enkele klap had hij haar lichten gedoofd. Haar laatste adem eruit geslagen. Wat had hij gedaan? Met trillende handen pakt hij zijn hoofd vast. 'Waarom? Waarom? Waarom?' vraagt hij steeds luider. Nu is ze dood. Nu is zijn grote liefde dood.